Onderzoek

Mijn onderzoek heeft zich de afgelopen jaren gericht op verschillende aspecten van de neurobiologie van depressie en de effecten van behandelingen zoals electroconvulsietherapie (ECT). Een belangrijk deel van mijn werk en tevens het onderwerp van mijn proefschrift betrof het bestuderen van structurele veranderingen in de hersenen, zoals volumeveranderingen in de hippocampus, die geassocieerd zijn met ECT (Nuninga et al., 2020; Takamiya et al., 2019). Hierbij heb ik gebruikgemaakt van geavanceerde beeldvormingstechnieken zoals ultra-high field MRI om de impact van behandelingen beter te begrijpen en de onderliggende mechanismen van deze behandeling te ontrafelen (Nuninga et al., 2021). Dat leidde tot steeds meer inzicht in de mogelijke werking van behandelingen voor psychische problematiek: neuroplasticiteit stimuleren. Daarnaast heb ik ook de invloed van genetische factoren en leefstijl (zoals dieet) op psychische aandoeningen onderzocht, met name in relatie tot schizofrenie en depressie (Hederih et al., 2021; Van Zonneveld et al., 2022).

Mijn huidige onderzoek richt zich op snelwerkende antidepressiva, waaronder ketamine en psychedelica, als nieuwe behandelopties voor depressie. Ketamine, bekend om zijn snelle werking, biedt hoop voor mensen met therapieresistente depressie door binnen uren verlichting te brengen (De Jager et al., 2024. Ik ben geïnteresseerd in de neurobiologische mechanismen die bijdragen aan de snelle verbetering van stemming, evenals de potentiële neuroplasticiteit die deze middelen kunnen bevorderen. Daarnaast doe ik onderzoek naar hoe taal een rol speelt bij psychische problematiek en hoe we met geavanceerde technieken (denk aan AI) kunnen voorspellen of iemand kans maakt op een terugval of juist baad heeft bij een behandeling.

Lijst met publicaties

1. Nuninga, J. O., Mandl, R. C. W., ... & Sommer, I.E.C. (2020). Molecular Psychiatry, 25(7), 1559-1568.

Volume increase in the dentate gyrus after electroconvulsive therapy in depressed patients as measured with 7T

2. De Jager, J. E., Boesjes, R., ... & Nuninga, J. O. (2024). Neuroscience & Biobehavioral Reviews, 105796.

Shared effects of electroconvulsive shocks and ketamine on neuroplasticity: A systematic review of animal models of depression

3. Nuninga, J. O., Bohlken, M. M., ... & Vorstman, J. A. S. (2018). Psychological Medicine, 48(10), 1655-1663.

White matter abnormalities in 22q11.2 deletion syndrome patients showing cognitive decline

4. Nuninga, J. O., Claessens, T. F. I., ... & Sommer, I. E. C. (2018). Journal of Affective Disorders, 238, 659-665.

Immediate and long-term effects of bilateral electroconvulsive therapy on cognitive functioning in patients with a depressive disorder

5. Takamiya, A., ... Nuninga, J. O., ... Kishimoto, T. (2019). The Journal of ECT, 35(4), e57-e58.

Volume increase of the dentate gyrus induced by electroconvulsive therapy: shedding light on the clinical relevance of plasticity in the hippocampus

6. Nuninga, J. O., Mandl, R. C. W., ... Sommer, I. E. C. (2021). Molecular Psychiatry, 26(6), 1720-1722.

The dentate gyrus in depression: directions for future research

7. Nuninga, J. O., Mandl, R. C. W., ... Sommer, I. E. C. (2020). Brain Stimulation, 13(4), 1080-1086.

Vasogenic edema versus neuroplasticity as neural correlates of hippocampal volume increase following electroconvulsive therapy

8. Nuninga, J.O. Mandl, R., ... & Sommer, I. (2020). Biological Psychiatry, 87(9), S426.

No signs of edema or angiogenesis in the hippocampus after electroconvulsive therapy

9. Hederih, J., ... Nuninga, J. O., ... & Luykx, J. J. (2021). Progress in Neuro-Psychopharmacology, 104, 110001.

Genetic underpinnings of schizophrenia-related electroencephalographical intermediate phenotypes: A systematic review and meta-analysis

10. Nuninga, J. O., Mandl, R. C. W., ... Sommer, I. E. C. (2021). Biological Psychiatry, 89(4), e13-e14.

Clinical relevance of brain changes after electroconvulsive therapy: is there really no link at all?

11. Van Zonneveld, S. M., ... Nuninga, J. O., & Sommer, I. E. C. (2024). Nutrients, 16(16), 2646.

An anti-inflammatory diet and its potential benefit for individuals with mental disorders and neurodegenerative diseases: A narrative review

12. Nuninga, J. (2021). Electrically induced neuroplasticity.

Exploring the effects of electroconvulsive therapy for depression using high field MRI

13. Nuninga, J. O., ... Sommer, I. E. C. (2021). Biological Psychiatry: Cognitive Neuroscience and Neuroimaging, 6(1), 6-7.

The dentate gyrus: its value for depression

14. Nuninga, J. (2019). Tijdschrift voor Psychiatrie, 61(8), 584-585.

Neurogenese als potentieel werkingsmechanisme van ECT

15. Nuninga, J. (2021). De Jonge Psychiater.

Neuroplastische effecten van ECT

16. Nuninga, J. O., Mandl, R. C. W., ... Sommer, I. E. C. (2021). Psychiatry Research: Neuroimaging, 317, 111384.

Shape and volume changes of the superior lateral ventricle after electroconvulsive therapy measured with ultra-high field MRI

17. Loef, D., ... Nuninga, J., ... Rutten, B. (2021). European Neuropsychopharmacology, 51, e211.

Polygenic liability for schizophrenia is associated with electroconvulsive therapy effectiveness

18. Luykx, J. J., ... Nuninga, J. O. ... & Oranje, B. (2022). Biological Psychiatry, 91(6), 531-539.

Interrogating associations between polygenic liabilities and electroconvulsive therapy effectiveness

19. Van Zonneveld, S. M., ... Nuninga, J. O., ... Sommer, I. E. C. (2022). Current Opinion in Psychiatry, 35(3), 177-185.

Unhealthy diet in schizophrenia spectrum disorders

20. De Jager, J. E., ... Nuninga, J. O. (2023). Journal of Affective Disorders, 325, 321-328.

Changes in perfusion, and structure of hippocampal subfields related to cognitive impairment after ECT: a pilot study using ultra high field MRI

21. Loef, D., ... Nuninga, J. O., ... & anderen. (2024). Journal of Affective Disorders, 349, 321-331.

Pre-treatment predictors of cognitive side-effects after treatment with electroconvulsive therapy in patients with depression: A multicenter study

22. Nuninga, J. O. (2015). Ketamine and the human mind: A neuroscientific view into the influences of an anaesthetic agent on the human mind and brain (B.S. thesis).

Ketamine and the human mind: A neuroscientific view into the influences of an anaesthetic agent on the human mind and brain

Het brein en psychedelica

Psychedelica zijn medicijnen waarbij de effecten leiden tot een veranderende bewustzijnstoestand. In deze toestand neem je gevoelens, de werkelijkheid, zintuiglijke prikkels en gedachten anders waar. Het is voor een ieder uniek. Maar wat gebeurt er nu precies in het brein?

In de afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de neurobiologische effecten van psychedelica. De meeste psychedelica hebben een directe invloed op stofjes in ons brein die nodig zijn voor emoties, geheugen, stemming en beloning zoals serotonine en dopamine. Maar daar houdt het niet bij op. Recentelijk werd duidelijk dat psychedelica invloed hebben op de zogenoemde neuroplasticiteit: het vermogen van het brein om te veranderen, nieuwe cellen aan te maken, nieuwe verbindingen aan te gaan, en frisse nieuwe patronen te ontwikkelen (voor de fijnproever; zie de figuur hier onder aan de pagina over de werking van oa. ketamine in het brein).

Het bovenstaande zou kunnen betekenen dat naast de subjectieve, vaak betekenisvolle ervaring tijdens psychedelica, er ook langer blijvende neurobologische effecten zijn die ons kunnen helpen om duurzaam van psychische klachten af te komen en ons leven ten goede te veranderen. In de komende jaren zal hier dan ook veel onderzoek gedaan worden.

Deze figuur is aangepast uit een review van De Jager, …, & Nuninga (2023). Het toont de effecten van ketamine in het (dier-) brein. Samenvattend kan ketamine nieuwe zenuwcellen (neuronen) laten groeien, nieuwe communicatie stations (synapsen) laten groeien en nieuwe helpercellen laten groeien. Daarnaast kan het ook communicatie tussen hersencellen efficiënter en gevoeliger maken.

Met andere woorden: een brein dat vast geroest zit in bepaalde patronen, kan weer flexibel, efficient en hernieuwd worden met bepaalde psychedelica.